Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Evenwel zal Ik [170]gedachtig wezen aan Mijn verbond [171]met u, in de dagen uwer jonkheid, en Ik zal met u een [172]eeuwig verbond oprichten. 170. Zie Gen.8:1. 171. Dat is, dat Ik met u gemaakt heb ten tijde van Abraham, Izak en Jakob. Want met dezen en hunne nakomelingen had God een verbond der genade opgericht, steunende op de verdiensten van den toekomenden Messias; Gen.17:2. 172. Te weten hangende van het voorgaande verbond der genade en ene vernieuwing daarvan zijnde, en mede openstaande voor alle heidenen, die in Christus geloven zouden.